Het beleven van de natuur met al haar seizoenen vinden wij prachtig. We gaan dagelijks met de kinderen naar buiten. Elk seizoen brengt een ander gevoel, beleving en ervaring met zich mee.
We verweven de jaarfeesten door alle seizoenen heen waardoor een jaarritme ontstaat dat elk jaar weer terugkomt. Voor jonge kinderen geeft dit een veilig en vertrouwd gevoel.
In de zomer spelen we met water, maken we een blotevoeten pad, blazen we bellen, krijten wij op de grond, oogsten we de vruchtjes die we met zo veel liefde in de lente hebben geplant.
In juni vieren we het feest van Sint Jan.
In de herfst spelen, ontdekken en creëren we met de vruchten die de herfst ons biedt (kastanjes, eikels, dennenappels etc.). We verzamelen mooie bladeren en bekijken ze vol verwondering.
Met onze regenlaarsjes aan stappen we door de plassen en voelen de herfstwind langs onze gezichten waaien. Ook in de herfst zijn de feesten van het jaar naadloos verweven: het oogstfeest van Michael, en het eerste lichtjesfeest van Sint Maarten, waarop Sinterklaas zal volgen.
In de winter is het stiller. De natuur trekt zich terug en de bomen zijn kaal. De vorst bevriest de plasjes met water en als we boffen brengt Koning Winter ons sneeuwvlokjes om mee te spelen.
Advent en Kerst komt eraan, met alle gezelligheid die het met zich meebrengt. We vieren in februari het lichtfeest van Moeder Aarde en Carnaval.
Dan komt langzaam de lente. De bomen en planten krijgen knopjes en blaadjes. De eerste bloemen gaan bloeien en ook wij kunnen weer gaan zaaien. Met liefde en aandacht worden de zaadjes geplant. Dagelijks gaan we kijken of er al iets uit het zaadje is ontsprongen. Zien we al een steeltje? Een blaadje? Een knopje?
Vol verwachting en soms een beetje ongeduld kijken we onze plantjes groot, zodat we in de zomer kunnen smullen van onze eigen oogst.
Ook in de lente zijn er feesten die gevierd worden: van Pasen tot Pinksteren en Hemelvaart.
Een heel jaar rond in de seizoenen en feesten.
We spelen, ontdekken, creëren en vieren feest. Waarom vinden wij buitenspelen nog meer zo fijn?
Buitenspelen maakt vrolijk.
Kinderen kunnen rennen, springen, fietsen….kortom, hun energie kwijt.
Buiten zijn is gezond en bevordert de aanmaak van vitamine D.
Buiten spelen met andere kinderen is goed voor je sociale vaardigheden
In onze tuinen worden kinderen uitgedaagd om (kleine) risico’s te nemen en hiermee hun grenzen te leren.
Door veel buiten te zijn, worden kinderen natuur bewust. Ze ontdekken en voelen hoe mooi de natuur is en hoe dankbaar we mogen zijn voor alles dat de natuur ons biedt.
Kinderen leren de seizoenen kennen en herkennen.
Ze beleven en voelen de elementen. Door het lijfelijk te beleven krijgen de seizoenen meer betekenis.
Ze volgen de processen van de natuur. Bijvoorbeeld: van zaadje, tot plantje, tot bloem, tot aardbei tot lekker opsmikkelen.
Door veel buiten te spelen ontwikkelen kinderen een goede motoriek.
Buitenspelen zorgt ervoor dat kinderen beter eten en slapen.
Naar buiten bij weer en wind zorgt ervoor dat kinderen tegen een stootje kunnen. ‘Slecht weer bestaat niet, wel slechte kleding’. Hiermee bedoelen wij dat buitenspelen altijd fijn is, als je er goed op bent gekleed. In de winter met een skipakje, snowboots, wanten, en een muts, terwijl je in de zomer luchtig gekleed gaat met een zonnehoedje.
Buiten spelen stimuleert de ontwikkeling van creativiteit en fantasie. Een tak is een tak, het kan ook een wandelstok zijn, of een lepel om mee te roeren of een slagboom of een trompet.
Buiten zijn is magisch.
Liefs,
Peninna